Marco & Marjolein in Suriname

Ons leven met de Wajana's

Geschiedenis

Het werk van World Team in het binnenland van Suriname

– een samenvatting –

‘De oogst is groot, maar arbeiders zijn er weinig; vraag dus de eigenaar van de oogst of hij arbeiders wil sturen om de oogst binnen te halen’ (Lucas 10:2)

In zijn liefde voor de Wajana – en de Trio indianen legde God een gebedslast bij zijn kinderen. In antwoord op dit gebed riep God een team van zendelingen om in het oerwoud van Suriname zijn kerk te vestigen.

Het werk van World Team in Suriname is ontstaan vanuit gebed. Het gezin van Ludwig van Kanten, een Surinaams creools echtpaar, aanvaarden de boodschap van het Evangelie (Ilse in Aruba en Ludwig in Nederland). Ze trouwden in Nederland en keerden later terug naar Suriname, terwijl ze God baden om iemand naar hun land te zenden om het Goede Nieuws te gaan verkondigen. Dat was eind jaren ‘40, begin jaren ‘50.

Dat gebed werd beantwoord toen een Surinaams meisje haar hart aan de Heer gaf. Philo Brandon was van huis uit Rooms Katholiek. Toen ze in Aruba naar werk op zoek was ontmoette zij een aantal TEAM-zendelingen die haar aanmoedigden zich in te schrijven voor het Prairie Bijbel Institute (PBI) in Canada.

Elmer Thompson, oprichter en president van de ‘West Indies Mission’ (WIM), bezocht het PBI in 1954. Philo zocht hem op, deelde met hem haar visie voor haar eigen land en drong er bij hem op aan te willen overwegen om een WIM bediening in Suriname te willen starten.

Onder de indruk van haar woorden en de nood die zij naar hem had toegelicht, nam Elmer Thompson dit toen serieus in overweging. Hij zond David Neff naar Suriname voor nader onderzoek. David kwam naar Suriname in april 1954. In 1959 telde de WIM staf in Suriname 7 mensen, twee Amerikaanse stellen (David & Letitta Neff en Walter & Marjorie Jackson), een Duits echtpaar (Hansjurgen & Gertrud Sturz) en Philomena Brandon.

In 1950 baden Claude & Barbara Leavitt, werkend met ‘Unevangelized Field Mission’ (UFM) onder de Wai-Wai indianen in Brits Guyana, voor de Trio Indianen in buurland Suriname.

Negen jaar na dit gebed van de Leavitt’s voor de Trio’s zat Walter Jackson op de kade van de grensplaats Albina, uitkijkend over de traag stromende rivier tussen Suriname en Frans Guyana. Hij zag een kano vol indianen vanaf het binnenland naar Alibina varen. Hij ontdekte dat dit Wajana indianen waren die 300 kilometer vanuit de jungle naar Albina waren komen varen om voorraden te kopen. Op dat moment sprak God tot Walter’s hart: Breng mijn Evangelie naar deze mensen!

Tegelijkertijd legde God een visie voor de Trio’s op het hart van Bob Price en Eugene Friesen, oprichters van de ‘Door To Life Ministries’. In 1957 reisde Bob Price naar een aantal zendingsposten als gastspreker. Op bezoek in Brits Guyana ondernam hij een reis naar het Wai-Wai indianendorp Kanashen. Daar ontmoette hij Claude Leavitt en hoorden zij van de Trio indianen in het buurland Suriname. Zonder dat zij deze Trio’s hadden ontmoet ervoeren zij beiden dat God hen op het hart legde om deze stam te bereiken met het Evangelie van Jezus Christus.

Met deze last voor de Trio’s op hun hart keerden beide mannen terug naar huis in de V.S. In januari-februari 1959 reisde Bob naar Suriname om toestemming te vragen onder de Trio’s te mogen gaan werken, echter zonder succes. In juni van dat jaar vlogen Price en Friesen met hun Piper Super Cub vliegtuig naar Suriname om hun vliegtuig en hun diensten aan te bieden aan de overheid binnen  ‘Operatie Sprinkhaan’ (een overheids initiatief om landingsbanen in het binnenland aan te leggen om zo het binnenland beter bereikbaar te maken).  Ze raakten daar volop in betrokken. In reactie op hun tomeloze inzet verleende de premier van Suriname hen als ‘Door To Life Mission’ officieel toestemming om ten zuiden van de 4e breedtegraad te mogen werken. Deze ‘Door To Life Mission’ fuseerde met ‘West Indies Mission’ in december 1962.

Terwijl het eerste contact met de Wajana indianen met Walt Jackson in Albina plaats vond in 1959 en het eerste contact met de Trio indianen in het Trio dorp Alalapadu met Claude Leavitt en Eugene Friesen in 1960, duurde het tot 1961 dat vier zendingsechtparen zich zouden vestigen in verschillende dorpen in het binnenland.

Walt & Marg Jackson op Lawa met de Wayana’s, Claude & Barbara Leavitt op Alalapadu met de Trio’s, Morgan & Mary Jane Jones samen met Ivan & Doris Schoen op Palumeu onder de Wayana’s en de Trio’s in dit dorp.  Ivan & Doris verhuisden naar het Wayana dorp Apetina.

Toen de zendelingen vorderingen maakten in het leren van de indiaanse taal verzorgden ze eenvoudige lessen om de Trio’s en de Wajana’s in hun eigen taal te leren lezen en schrijven. De indianen waren enthousiast, ze leerden graag en snel. Toen zij dit eenmaal onder knie kregen lazen ze alles wat ze maar te pakken konden krijgen. Op dat moment was dit vooral het Woord van God. Toen ze de Bijbel gingen lezen raakten ze overtuigd van hun zonden en leerden ze van het verlossingswerk van Jezus Christus. Velen kwamen tot berouw en bekeerden zich. Volwassen mannen kwamen tot geloof. Er werden geen uitnodigingen gedaan om zich te bekeren. De Heilige Geest sprak tot ieders hart, de mensen reageerden daar dan op en kwamen dan zelf naar de zendelingen toe met de boodschap dat zij Jezus als hun redder en verlosser wilden aannemen. Er werd speciaal onderwijs aan de nieuwe gelovigen geboden om hen te versterken en bemoedigen in hun wandel met de Heer.

Aandacht voor de lichamelijke en geestelijke nood van de indianen maakte dat velen reageerden op de boodschap van het Evangelie. Het sprak tot hun hart. Een bijzondere doorbraak in de groei van de indiaanse gemeente kwam tot stand toen een aantal toverdokters, die binnen de indianen gemeenschap een sleutelpositie hadden bekleed, openlijk afstand deden van hun heidense praktijken, hun toverspullen vernietigden en de boodschap van het Evangelie in hun leven aanvaarden.

Elk van de kerken in het binnenland kent een team van leiders, oudsten en diakenen. Gezamenlijk dragen zij de verantwoordelijkheid voor de gemeente en haar bediening in hun dorp. Zij doen dit werk op vrijwillige basis. Onder de leiding van de Heilige Geest functioneren momenteel 12 gemeenten in het leefgebied van de indianen in het binnenland. Periodiek ontvangen zij bemoediging en steun van zendelingen en leiders van verschillende kerken in de stad.

In het vertrouwen dat God een duidelijke opdracht geeft wanneer Hij zegt ‘Trek heel de wereld rond en maak aan ieder schepsel het goede nieuws bekend.’ (Marcus 16:15) hebben de gemeenten van de Wajana’s en de Trio’s hun leden aangemoedigd en geleerd het Evangelie naar andere dorpen en stammen door te geven.

De indianen vertelden de zendelingen op een dag, ‘God zond jou naar ons om ons over Hem te vertellen. Nu kennen wij Hem zelf en weten wij wat Hij voor ons heeft gedaan.  Hij zond jou naar ons om zijn boodschap aan ons door te geven en nu geloven wij dat Hij ons roept om diezelfde boodschap ook aan anderen door te geven.’ De Wajana indianen reiken uit naar de Melejo indianen in het Zuid Oosten van Frans Guyana. De Trio’s ondernemen zendingsreizen naar de Woripi indianen in het noorden van Brazilie, een groep die nog niet was bereikt met het Evangelie.

De Here Jezus is het fundament en de hoeksteen waarop de gemeente diep in het binnenland van Suriname is gebouwd. ‘Dankzij de Heer is dit gebeurd, wonderbaarlijk is het om te zien’ (Marcus 12:11). God heeft dit tot stand gebracht. Henry Blakaby heeft eens gezegd, ‘Vindt uit wat God aan het doen is en volg dat spoor’. Dit is wat World Team verlangt te doen.